Wednesday, August 16, 2006

Op weg naar Michigan

Na een drukke ochtend van pakken, Brynna naar de kennel brengen en een jacht op Ricks favoriete Diet Mountain Dew, dat opeens overal uitverkocht blijkt, trekken we rond half twee de voordeur achter ons dicht. Rick moet het uiteindelijk maar met Pepsi’s nieuwe drankje “Jazz” doen (diet Pepsi met aardbeien/room smaak, veel te zoet en kunstmatig voor mij!).

Gelukkig is het op dit vroege uur nog niet druk op de wegen en we rijden zonder moeite Maryland in. Opeens komen we in een file terecht, die lijkt door te gaan tot zover we kunnen zien. Er blijkt een auto in brand te staan, we zien de zwarte vlammen een eind verderop.

Als we er een half uur later langs rijden ruiken we het nog en de auto, die net wordt weggesleept, is een zwart geblakerd geheel! Hopelijk zijn de inzittenden niet gewond!

Dan zet de weg zich voort door het glooiende Maryland landschap en niet veel later rijden we West Virginia binnen. De weg, die we nemen, Interstate 68, heet “National Highway” en is hier een “Scenic Byway”, helemaal terecht, want het uitzicht is prachtig!

Als we Pennsylvania binnenrijden (inmiddels op de veel drukkere Interstate 70) heeft iedereen honger en we gaan op zoek naar een restaurant. Het is hier nogal niemandsland, dus het duurt helemaal tot Washington (Pennsylvania) voor we er een vinden.

Het blijkt hetzelfde Texas Roadhouse te zijn, als waar we twee jaar geleden ook gestopt zijn. Het leuke van deze restaurant keten, vind ik, is dat overal flinke bakken met ongepelde pinda’s staan. Daar mag je terwijl je op een tafeltje of op je eten wacht van eten en de schillen worden gewoon op de grond gegooid.

Het eten is er bovendien erg goed en de bediening snel, belangrijk, als je nog een end verder moet rijden. Mijn drie filet mignon medaillons zijn perfect “rare” gegrilld en de verse groenten bij het eten zijn nu eens niet zucchini en worteltjes, maar broccoli en bloemkool.

We willen vanavond Columbus, Ohio halen en als we weer in de auto zitten bel ik de Homewood Suites daar. Hier hebben we ook al eerder gelogeerd, wat toen erg goed is bevallen. Ze hebben nog een suite over, weliswaar een, waar roken is toegestaan, maar ze zegt, dat het er niet erg ruikt.

Iedere keer als we zo’n rit door het land maken, leer ik weer nieuwe dingen. Zo rijden we langs Zanesville, Ohio. Niets bijzonders, zul je zeggen, maar het is de geboorteplaats van Zane Grey. Rick is helemaal enthousiast. Huh? Ik heb nog nooit van die man gehoord! En dan vertelt hij, dat het de favoriete schrijver van Ricks grootvader was, die bekend is om zijn Western boeken. En ik maar denken, dat Ohio zo’n saaie staat is!

Ondertussen zien we een prachtige zonsondergang en net als het te donker wordt voor mij om te lezen lukt het me het internet aan de praat te krijgen.


Deze ellenlange ritten zijn funest voor mijn spieren. Ik heb zoveel pijn, dat ik niet meer weet hoe te zitten. Ik rol maar wat met de hiervoor meegebrachte tennisbal over mijn rugspieren en dat geeft wel wat verlichting. Ik ben dus dolblij als we net na tienen de parkeerplaats van het hotel op rijden.

We hebben er 430 mijlen opzitten, morgen nog 345 te gaan. We krijgen een fijne grote suite toegewezen, met een fan aan het plafond en al gauw is alles in diepe rust.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home