Monday, August 21, 2006

North Shore Drive

Omdat we een flink volle dag hebben gepland vertrekken we al vroeg uit Minneapolis. Ik moet zeggen, het staat in mijn top tien van leukste steden in de VS (in combinatie met St. Paul) en ik kan me voorstellen, dat het er leuk wonen is.

Bij Starbucks halen we onze gewoonlijke lattes en bij McDonald’s een dit keer werkelijk heel verse egg mcmuffin en dan beginnen we aan de rit naar Duluth.

Het landschap hier is nogal vlak met heel wat meren. Niet voor niets heeft Minnesota de bijnaam “Land of 10.000 lakes”. De begroeiing is heel anders, dan in ons gebied, vooral heel veel berken en dennebomen.

Halverwege neem ik het rijden van Rick over, die heeft tot nu toe al die mijlen gereden en heeft wel even zin om gewoon passagier te zijn. Na zo’n twee uur rijden komen we op de top van een heuvel en opeens strekt zich daar de stad Duluth en het Grote Meer voor ons uit. Een spectaculair gezicht is het! Jammer, dat ik achter het stuur zit en onze voorruit begraafplaats voor een half miljoen van de biljoenen insekten hier is, anders had ik een paar foto’s genomen.

Nu zijn Rick en ik bij alle grote meren geweest, een leuk feitje voor de annalen. Duluth ziet er erg industrieel uit. Het is, zo zegt een van onze gidsboeken, misschien wel de grootste binnenlandse haven zo ver van zee verwijderd. Er wordt vooral veel ijzer verscheept, want net ten westen van de stad wordt ijzer gemijnd.

We rijden door Duluth heen en beginnen aan de North Shore Scenic Drive. Omdat we dezelfde weg weer terug zullen rijden besluiten we eerst naar het noordelijkste punt, dat we kunnen halen te gaan. De hele weg leidt naar Thunder Bay in Ontario, Canada, maar dat is voor ons veel te ver op een dag.

Wij kiezen Tofte als eindpunt op deze weg. Hier komen we rond lunchtijd aan en vinden er de Blue Fin Grille, een gezellig restaurantje aan het water. Alles doet hier erg Scandinavisch aan en ook de namen, die we zien zijn Noors, Deens, Zweeds of Fins. Zelfs de mensen zien er nog Scandinavisch uit.

Zoals zo vaak hier in de Verenigde Staten sta ik er versteld van hoe bepaalde groepen pioniers (hier in Minnesota “voyageurs” genoemd) zich gevestigd hebben in een landschap, dat zo erg op dat van “thuis” lijkt. Je zou de kliffen langs de kust hier goed met de Noorse fjorden kunnen vergelijken en het klimaat ook. Gingen ze hier bewust naar op zoek, toen ze aan de oostkust landden? Toeval kan het toch niet zijn.

We zijn dus niet verrast als Gjetost kaas deel uitmaakt van het menu. We bestellen de plaatselijke specialiteit: gerookte Bluefin met Gjetost op crackers. Ik ben geen grote Gjetost fan, maar zo smaakt het wel lekker. Al etend hebben we uitzicht op een strandje aan het meer, waar een familie aan het kanoen is.

Op de terugweg hebben we een aantal stops ingepland, want er is langs de kust van alles moois te bekijken. Als eerste stoppen we bij Tettegouche State Park. Hier moeten mooie watervallen te zien zijn.

Bij het kantoortje kopen we voor $7 een State Parks dagpas en gaan dan op zoek naar de watervallen. Er blijken er twee te zijn, Two Steps Falls en High Falls. Die laatste is officieel de hoogste in de staat Minnesota, verder naar het noorden is er wel een hogere, maar die ligt eigenlijk al op Canadees grondgebied.

Aan het begin van het pad staat, dat de hoge waterval 0,7 mijl verderop is. Dat is wel even te doen, denken we. We lopen een heel end de heuvel op en voor mijn gevoel zijn we allang meer dan halverwege, als we weer een bordje tegenkomen, nu is het nog een halve mijl!

Het bos is erg mooi en weer vind ik het leuk de verschillen met thuis te zien. Er groeien wilde bosbessen, jammer genoeg nog niet helemaal rijp en de eekhoorntjes hier zijn rood en niet grijs.

Als we bij een splitsing aankomen kiezen we ervoor om eerst naar Two Step Falls te gaan. Dit blijkt een mooie waterval te zijn. Niet spectaculair hoog, maar het water komt in een waaier naar beneden.


Een deel van Two Step Falls

Verderop zien we High Falls, maar alleen van bovenaf. Om hem van beneden te bekijken zouden we nog een flinke klim moeten maken en wegens tijdgebrek doen we dat maar niet.

Al met al heeft deze 0,7 mijl wandeling meer dan een uur geduurd en we schrappen wat in de boeken wordt geroemd als een van de mooiste uitkijkpunten over Lake Superior van ons programma. Dat zou weer een fikse wandeling zijn, waarvoor de tijd ontbreekt, en we hebben zo langs de weg ook prima uitkijkpunten.

Bij het Split Rock Lighthouse kopen we een ticket om de vuurtoren te bekijken. Deze is bovenop een klif gebouwd, nadat door een storm in 1905 een aantal schepen hier vergingen.


De van gele bakstenen gebouwde vuurtoren is prima onderhouden en we mogen naar boven om het licht te zien ronddraaien. Ook het huis van de wachter is helemaal gerestaureerd en ingericht, zoals het er in het begin van de twintigste eeuw moet hebben uitgezien. Vrijwilligers in klederdracht vertellen over de geschiedenis van de vuurtoren.

Als we alles bekeken hebben wil ik kijken of we de vuurtoren ook van beneden aan het meer kunnen fotograferen. We lopen een pad af en daar blijkt een houten trap helemaal naar het meer te zijn gebouwd.

Rick wil niet zo ver naar beneden, dus ga ik maar alleen. Vanaf de rotsen heb ik goed uitzicht op de vuurtoren. Als ik omkijk zie ik een heel kleine chipmunk een soort denneappel eten, dus ik neem hem ook maar gelijk op de foto.


En dan kan ik de verleiding niet weerstaan om de watertemperatuur te gaan voelen. Nu begrijp ik ook meteen, waarom de kinderen, die we eerder zagen, niet zwommen. Brrr!!! Het is ijskoud! Bovenaan de trap wacht Rick geduldig. Ik heb mijn oefening voor vandaag wel gehad!

Onze volgende en laatste stop voor vandaag is nog een vuurtoren. Dit keer degene in Two Harbors. We lopen hier een lange pier af, waar een klein onbewoond vuurtorentje staat. Daar zien we ook hoe een van de enorme vrachtschepen wordt geloodst. Vroeger was Two Harbors een grotere en belangrijkere haven, dan Duluth, nu moeilijk voor te stellen.


De grote vuurtoren hier is nu een bed and breakfast, maar we mogen, tegen betaling, wel een kijkje nemen. Deze vuurtoren is de oudste in Minnesota en is rood geschilderd. Van binnen ziet hij er weer heel anders uit, dan die op Split Point Rock. De toren is bijvoorbeeld veel hoger, zodat hij boven de bomen uit zichtbaar is. Ik heb iets met vuurtorens, dus ik vind dit ook weer reuze interessant.


Via de expressway rijden we terug naar Duluth, waar we inchecken bij de Holiday Inn en ons opfrissen voor we op zoek gaan naar een restaurant. We willen graag of iets aan het meer of iets met zicht op de haven. Veel keus is er niet, maar uiteindelijk vinden we een ronddraaiend restaurant "Top of the Harbor" in het Radisson hotel.

Van hieruit hebben we uitzicht over de haven en we zien een mooie zonsondergang. Het eten smaakt lekker, vooral de gerookte forel, die de specialiteit is in dit gebied. Ook de prijzen vallen alles mee, meestal zijn die in een ronddraaiend restaurant veel hoger.

Moe van alle indrukken van vandaag en het vele klimmen internetten we nog wat op de kamer en dan gaan de lichten uit, morgen weer vroeg op!

0 Comments:

Post a Comment

<< Home