Thursday, August 24, 2006

Muskegon en de rit naar huis

Woensdag, 23 augustus, 2006

Vandaag mogen we even rusten voor de heel erg lange rit morgen. We hebben na wat overleg besloten om alle 795 mijl in een keer te gaan rijden. We wilden eerst al vanavond op pad gaan, maar dat wordt zo’n gehaast.

Het is maar goed ook, want al vanaf het begin van de reis maakt de van vreemde geluiden bij het remmen. Rick wilde het telkens negeren, maar gisteravond moest hij in Milwaukee heel hard remmen en sindsdien klinkt het vele malen erger.

Gelukkig weet zijn vader een goede garage in Muskegon en bij het opstaan belt Rick ze gelijk. Ze kunnen ons vandaag nog inpassen, gelukkig, want ik zou geen rustig moment hebben, als we met dat geluid nog zo’n afstand zouden moeten afleggen!

Ricks vader haalt ons op bij de garage en na een knuffelig weerzien met de kinderen eten we met zijn allen ontbijt. Er wordt gebeld, dat de van al kan worden opgehaald, dus splitsen we op.

Saskia gaat met Rick en Grandpa mee, want ze heeft in de paar dagen, dat wij weg waren, alle vier haar meegebrachte boeken uitgelezen!! Rick gaat dus op zoek naar een boekenwinkel, die Muskegon niet heeft, blijkt later. Bij Walmart hebben ze dan maar wat tijdschriften gekocht.

Katja, Kai en ik nemen mijn schoonvaders (heel) oude Jeep mee naar het strand van het Michigan Meer. Dit Muskegon State Park is erg mooi en ik moet er bij een bezoek aan mijn schoonvader altijd tenminste een keer heen. Als we er aankomen is er niemand geparkeerd, dus we hebben het strand voor ons alleen.

Het zand is fijn en voelt heerlijk aan onze voeten. Het water is wat koud, maar lekker om in te lopen. We besluiten zeker een mijl door het rulle zand te lopen en intussen hoor ik de verhalen over wat de kinderen de afgelopen dagen beleefd hebben.

En wat hebben ze zoal gedaan? Ontzettend veel! Volgens mij is mijn schoonvader uitgeput!

Ze hebben een enorme wandeling door de duinen gemaakt en zijn de weg kwijt geraakt. Het was zo zwaar, dat Saskia moest huilen, maar gelukkig is alles toch weer goed gekomen. Verder hebben ze in het Muskegon Meer gezwommen, in dune buggies gereden, een vuurtoren en een expositie over het vormen van duinen gezien en hun eigen gevangen vis voor lunch gegeten!

Kai verzucht, dat hij ook zo graag aan een meer zou wonen. Ik kan het me helemaal voorstellen, want het is hier ook mooi. Alleen moet ik niet aan de koude winters denken en er is in Muskegon verder niet veel te doen.


Kai is al boven, terwijl ik pas halverwege ben!

Tijdens onze wandeling lopen we drie hoge duinen op. Het is flink zwaar, want onze voeten zakken in het rulle zand weg. Als ik dit iedere dag kon doen zou ik echt in tip-top vorm zijn! Het weer naar beneden rennen is het leukst. In het zand op de duinen zien we trouwens allerlei dierensporen, van slangen, herten en andere niet te identificeren dieren.


Een monarch rust op het strand van Muskegon State Park

Als we weer bij de auto zijn wijst de Garmin 2,5 mijl aan, maar ik heb bijna 400 calorien (gewoonlijk bij zo’n afstand niet veel meer dan 200) verbrand, zo zwaar was dat duinlopen!

Het weer ziet er nogal dreigend uit en er wordt voor later op de middag onweer voorspeld. We eten dus gauw lunch en rijden dan naar de marina, waar de zeilboot van Ricks vader ligt. Hij heeft een zeewaardige zeilboot, waarin vier mensen kunnen slapen. Toen mijn schoonmoeder nog in leven was gingen ze ermee op vakantie op het Michigan Meer.

Het wordt een heerlijk ontspannen middagje zeilen. We mogen allemaal om beurten het roer bedienen en er staat een lekker, maar niet te hard, briesje. Alle wolken verdwijnen dan ook nog eens en ik verbrand zelfs een beetje.


Het tweede huis van rechts is Ricks vaders huis, gezien van de zeilboot

Een van de opdrachten van mijn fotografiegroep is een oude of antieke deur te fotograferen. Nu heeft Muskegon niet zoveel te bieden, maar wel twee heel bijzondere Queen Anne stijl huizen, waarin eind 19e eeuw onder anderen de rijke houtmagnaat Hackley woonde. Rick en ik rijden erheen en nemen ettelijke foto's. Het zijn heel bijzondere huizen, met allerlei detail aan de buitenkant en een heel stel glas in lood raampjes. Ook de begeerde antieke deur vind ik, helemaal van versierd hout gemaakt, altijd leuk, dit soort opdrachten.

Tot grote vreugde van Rick, Katja en Kai is het weerbericht inderdaad veranderd en is er veel minder kans op onweer, dan ze rond het middaguur voorspelden (kennelijk veranderen de weersomstandigheden rond de Grote Meren snel). Dit betekent, dat ze kunnen gaan zalm vissen op het Michigan Meer, iets wat er tot nu toe nooit van gekomen is.

We eten snel een hapje van de Bear Lake Tavern en dan vertrekken zij vieren. Carol en ik blijven lekker buiten op het deck met zicht op het meer kletsen. Helaas krijg ik mijn gewenst zonsondergang niet. Carol heeft aangeboden me naar het meer te rijden, maar naarmate zonsondergang nadert neemt de bewolking ook weer zo toe, dat er geen straaltje meer doorheen schijnt. Alleen heel in de verte zien we mooi rood verlichte onweerswolken, hopelijk blijven die ver van onze vissers!

Zalm vissen is een heel erg “hit or miss” sport, Ricks vader vertelde, dat hij ongeveer de helft van de keren, dat hij uit varen gaat, iets vangt. Grote hoop hebben we dus niet, dat ze met een zalm thuis zullen komen.

Rond tien uur stormt een dol enthousiast Kai echter naar binnen. Hij heeft een Chinook zalm van bijna een meter aan de haak geslagen! Wat een spectaculair beest! En Rick heeft een flinke Coho zalm gevangen. Een zeer succesvolle avond, dus!


Kai durfde hem niet vast te houden, maar Rick is net zo trots

Mijn schoonvader begint de vissen meteen schoon te maken en ik ben verbaasd over al het bloed, dat eruit komt. De Chinook zalm blijkt een mannetje te zijn en de Coho een vrouwtje. De zalmen paren in het Muskegon Meer en gaan daarna dood.


De "master" aan het werk

Ricks vader is duidelijk een pro in het fileren van vis en binnen de korste keren liggen er zulke grote stukken zalm in de bak, dat ik me bedenk, dat je daar in de winkel misschien wel $100 voor zou moeten neertellen!


Erg jammer, dat wij er niet van mee kunnen eten!

Na dit avontuur is het tijd om afscheid te nemen van Carol en Rick en ik gaan voor de laatste nacht naar het hotel. Morgen hebben we een gigantische rit voor de boeg, maar deze week was al het rijden dubbel en dwars waard!

Donderdag, 24 augustus 2006

Veel te vroeg word ik wakker, ik zie als een berg tegen vandaag op! Bijna 800 mijl zullen we moeten afleggen en ik weet nu al, dat mijn lichaam daar niet blij mee gaat zijn. Helaas heb ik tot zondag ook helemaal geen tijd om te ontspannen, want morgen en overmorgen zijn we constant in de weer met de trouwerij van Lauren.

Maar ja, naar huis zullen we toch moeten. We checken uit het hotel en komen net voor achten bij mijn schoonvader aan. Tot onze grote verbazing zitten de kinderen al klaar en we laden snel hun spullen in de auto.

Het afscheid is altijd moeilijk, want de afstand is toch erg groot. Maar de kinderen hebben een fantastische tijd gehad en mijn schoonvader heeft duidelijk ook genoten. Volgend jaar zullen ze dus zeker terug willen en wie weet zit er dan weer een leuk reisje voor Rick en mij in. Om de te overbruggen tijd wat minder lang te maken bespreken we gauw, wanneer Grandpa onze kant op kan komen. Waarschijnlijk zal dat met Thanksgiving lukken, dus dat is te overzien.

Na snel even de voorbanden, die zacht waren, opgepompt te hebben beginnen we rond half negen aan ons kilometer vreten. Meteen in Michigan hebben we al zeker een uur vertraging. We komen in een zwaar onweer terecht, wat aquaplaning veroorzaakt en we zien een paar nare ongelukken.

Ook is er heel wat constructie gaande en staan we eindeloos in de file. Het lijkt ook of het onweer met ons mee trekt. Pas als we naar het zuiden afbuigen wordt het weer droog.

Ergens in Ohio eten we een snelle lunch bij Wendy’s en bij Columbus neem ik het stuur over van Rick. Het is al na drieen en we moeten nog bijna 350 mijl! Ook hier zijn weer banen gesloten voor constructie en komen we herhaalde malen in de file te staan. Op de heenweg hebben we hier helemaal geen last van gehad!

Onderweg zie ik op vrijwel elke tussenstrook politie staan, dus ik durf niet te ver over de snelheidslimiet te rijden. Balen! Zo duurt het nog langer voor we eindelijk thuis zijn!

Na even overleggen besluiten we toch bij Washington, Pennsylvania bij een restaurant te gaan eten. Vooral Saskia verveelt zich erg en dat is niet bevordelijk voor het humeur in de auto. In Washington weten we een TGIFriday’s en daar is een Target vlakbij.

Terwijl we op ons eten wachten gaat Rick met Saskia naar Target om vertier te zoeken. Eigenlijk willen ze een video kopen, maar hebben alleen een VHS speler in de auto en Target blijkt alleen maar dvd’s te verkopen. Met wat knutselspulletjes komen ze terug.

Het eten wordt snel bezorgd, want we hebben verteld, dat we op doorreis zijn en haast hebben. De bediening is attent en goed en binnen het uur zitten we weer in de auto.

De rest van de weg verloopt vlot, er is nu nauwelijks verkeer meer en we rijden door relatief onbewoonde gebieden, tot we de metropool naderen. Daar is het wat drukker, maar het is inmiddels al na tienen, dus erg is het niet. De kinderen liggen achterin al te slapen. Om half twaalf rijden we eindelijk de oprit naar ons huis op!

Hoera!!! Wat een welkom gezicht! Door al het oponthoud hebben we bijna vijftien uur in de auto gezeten! Ja, we zijn gek, dat we zo’n afstand op een dag afleggen, het is even heel hard doorbijten, maar we hebben dan ook een absoluut fantastische week achter de rug! En nu kan de huwelijkspret beginnen!

Tuesday, August 22, 2006

Wisconsin Dells

Om zeven uur gaat de wekker weer, gelukkig ben ik nog niet helemaal aan het uur tijdsverschil gewend en ik doe mezelf geloven, dat het acht uur is. Binnen het halve uur (en dit is inclusief douchen!) zitten Rick en ik in de auto, uitgecheckt en wel. Een persoonlijk record, dat is zeker!

Bij de Starbucks even verder op moet natuurlijk onze ochtend caffeine-stoot worden gehaald en we hopen, dat ze ook warme sandwiches hebben, zoals in ons gebied. Dan hoeven we niet direct weer te stoppen, want we hebben haast. Helaas hebben ze de sandwiches niet, dus delen Rick en ik een (wel heel erg smakelijk) stuk bananen- en walnootbrood.

Ons eerste doel vandaag zijn de Wisconsin Dells, wij vonden dat er op de heenweg zo leuk uitzien, dat we het wat beter willen gaan bekijken. De MIO GPS zegt, dat we er vijf uur over zullen doen.

Al meteen als we Duluth uitrijden zitten we weer in Wisconsin. Helaas voor Rick is er geen enkel “Welcome to Wisconsin” bord te zien. Het is een mooie weg, langs allemaal meren en opeens ziet Rick een billboard, waarop een Noorse winkel wordt geadverteerd. Die zou zestien mijl verderop zijn, maar niet op onze route.

Rick is dol op alles wat Scandinavisch is, mede dankzij zijn jeugdjaren in Copenhagen. We rijden de zestien mijl dus om en arriveren net een paar minuten voor het opent bij het winkeltje. “Odden’s Norsk Husflid” in Barronett, Wisconsin, ziet er van buiten wel erg klein uit en ik moet toegeven, dat mijn eerste reactie “zonde van de tijd” was.

Maar ja, soms ben ik wel erg de reisleidster en moet Rick mij maar volgen, dus ik besluit hem hierin zijn zin te geven. Meestal volgt hij mijn suggesties zonder slag of stoot, dus ik mag niet klagen.

Een vriendelijke oude man rijdt een paar minuten later het parkeerplaatsje op en vertelt ons, dat de eigenaresse vast zo komt. Hij laat ons alvast binnen, want hij gaat wat schilderwerk doen. Hij is zo met ons in gesprek, dat hij vergeet het alarm uit te schakelen. Een minuut of wat later gaat dat dan ook met alle bellen en toeters af!

Als mij dit in een winkel van een ander zou overkomen, zou ik in paniek raken, wat als de politie komt? Maar hij gaat heel rustig in het heel kleine telefoonboekje bladeren en belt “Sheriff” om hem te zeggen, dat alles heus goed is. Natuurlijk zijn we hier in een gehuchtje met een paar honderd (of minder) inwoners, dat vergat ik even.

Intussen kijken Rick en ik rond in het toch wel heel vol met Noorse en andere Scandinavische spullen gestouwde winkeltje. Ik stel me voor, dat dit zoiets is voor Noren als de kleine Nederlandse winkeltjes hier in de VS zijn voor ons. Vertrouwde spullen, die we hier niet kunnen krijgen.

Al zijn we op zoek naar een cadeautje voor Ricks vader, wij zien er niets van onze gading. We bedanken vriendelijk voor het binnenlaten en voelen ons eigenlijk een beetje schuldig, dat we niet wachtten op de eigenaresse om iets te kopen. Maar ja, kopen omdat het moet staat me ook tegen.

De GPS leidt ons via allerlei boerenweggetjes (en dan moet je je dus een boerderij per enkele mijlen voorstellen) terug naar de snelweg. Ik kijk mijn ogen uit, vooral de “Nederlandse” zwart-witte koeien vind ik leuk om te zien, want in ons gebied is het meeste rundvee helemaal zwart of bruin.

Bij het plaatsje Cumberland, waar we net het Rutabaga Fest (een groente, waarvan ik zo gauw de Nederlandse naam niet weet) niet meemaken (oh, wat is dit “small town America, ik geniet!) gaan we pas echt de boondocks in. We rijden op 18 ½ street en 22 ½ street en Rick denkt al, dat de GPS van slag is. Maar nee, hoor, na veel links en rechts afslaan zitten we opeens weer op de 53, die ons naar het zuiden brengt.

Het landschap blijft mooi groen en glooiend met de typische rood geverfde schuren. Die laatsten zijn mijn favoriet. Ook al heb ik er al ontzettend veel gezien, ik blijf het leuk vinden, dat rood in het groene landschap. Het doet me ook op een vreemde manier aan mijn jeugd denken. Toen we kinderen waren lazen we Donald Ducks bij mijn grootouders en die schuren lijken precies op de schuur van Oma Duck. Een stukje nostalgie komt dus bij me los.

Nog steeds hebben we geen cadeautje voor Ricks vader gevonden en opeens zie ik een “Cheese Haus” langs de weg. Hier hebben ze vast de wereldberoemde Wisconsin kazen. En jawel, hoor, een hele wand vol met verschillende kazen. Ook mag ik een handje vol “curds” proberen, hoe die in het Nederlands heten weet ik ook al niet!

Wij kiezen drie wieltjes cheddar: sharp (geel), extra sharp (rood) en extra extra sharp (zwart). Zo toont het ook leuk als we het geven. Zouden de zwart-bont koeien (zo heten ze toch?) extra goede melk geven? Want die zie je hier het meest en in Nederland toch ook wel. Zomaar een gedachte, waarop iemand vast een antwoord heeft.

Om een uur of een rijden we het stadje Wisconsin Dells binnen. Vroeger heette het hier Kilbourn, maar toen de “Dells” (speciale rotsformaties) een populaire toeristenattractie werden (en dat was al zo’n honder jaar geleden het geval) is de naam veranderd.

We hebben honger en willen graag aan de rivier eten. We vinden al vrijwel meteen “Mexicali Rose”, een Mexicaans restaurantje met een gezellig terrasje aan het water. We zien een aantal boten vertrekken, maar in de brochure lezen we, dat die minimaal twee uur duren en daar hebben we geen tijd voor, tot onze spijt.


Het toeristische straatje in het centrum van Wisconsin Dells

Na een lekkere quesadilla met spinazie voor mij en een enchilada voor Rick gaan we op zoek naar een plekje, waar we de Dells zonder boot kunnen zien. Dit blijkt moeilijk, zo niet onmogelijk. We vinden wel een doodlopend weggetje, waar we eng op een klif balancerend een aantal foto’s maken van de zandstenen rotswanden, maar echt spectaculair is het niet.

Dan vinden we een parkeerplaats in het supertoeristische centrum van het stadje en lopen er even tussen alle ouderwetse portrettenshops en fudge winkeltjes rond. Bij de toeristeninformatie vragen we of er met de auto ook een plek te vinden is, waar je de Dells kunt aanschouwen. Het meisje kijkt ons niet begrijpend aan, ze is niet veel ouder dan Katja en is alleen getraind om boottochten aan te prijzen. Ze weet dan ook niet, of je er met de auto ook dichtbij kunt komen.

Ietsje verderop ontdekken we de Riverwalk, een pad vlak langs de rivier. Aan de overkant zien we een weg lopen vlak langs de rivier en we willen die wel eens uitproberen.


Dit soort rotsformaties geeft de "Dells" hun naam

We halen de auto weer op en gaan op ontdekkingsreis uit. Niet veel verderop zien we een bord “Wisconsin Dells Nature Area” en een parkeerplaats met een aantal auto’s erop. We zien ook een pad en besluiten dat eens te proberen, al begint de tijd te dringen. Op de GPS zien we, dat de rivier niet ver weg is.

Ongeveer halverwege komen we een paar wandelaars in de tegenovergestelde richting tegen. Op onze vraag hoe ver de rivier nog is, antwoorden ze een kwartier tot twintig minuten. Oef, dat betekent, dat we later zullen vertrekken, dan 15 uur, wat onze doeltijd was. Na enig overleg lopen we toch door, dan eten we maar wat op de boot, die Dells moeten gezien worden.

Tien minuten later (wij lopen duidelijk sneller, dan de meeste mensen) staan we op een roodachtig zand strandje. De kliffen van de Dells omringen ons en het is er prachtig. Het liefst had ik nog de alleenstaande “torens” willen zien, maar hier zullen we het mee moeten doen.

De terugweg gaat, zoals altijd, veel sneller en om kwart over drie zijn we terug bij de auto. De weg terug naar Milwaukee en de veerboot kan beginnen. Deze dagen met Rick zijn weer veel te snel voorbij!

Door wegomleggingen duurt het een hele tijd, voor we bij de terminal voor de veerboot zijn. We hebben nog net tijd om een sandwich als avondeten te kopen en dan is het al tijd om aan boord te gaan.

Dit keer laat ik mijn fototoestellen in de auto, denkend, dat er niet veel te zien zal zijn, en natuurlijk krijg ik daar enorme spijt van! De zonsondergang boven het Michigan Meer kan niet anders dan schitterend genoemd worden. Rick neemt met zijn mobieltje foto’s, maar zelfs dat lukt me niet goed. Hopelijk krijg ik morgen in Muskegon een herkansing.

Terwijl ik binnen typ en lees (het is me buiten te winderig en koud!) komt Rick met updates. Hij kan honderden, zo niet duizenden sterren zien en de Michigan kust (we zijn een half uur van onze bestemming). Ik kan alleen maar aan mijn bed, nog een uur van mij verwijderd, denken. Wat een drukke paar dagen en wat een indrukken hebben wij opgedaan! We kunnen er weer lang met genoegen op terug kijken.

Monday, August 21, 2006

North Shore Drive

Omdat we een flink volle dag hebben gepland vertrekken we al vroeg uit Minneapolis. Ik moet zeggen, het staat in mijn top tien van leukste steden in de VS (in combinatie met St. Paul) en ik kan me voorstellen, dat het er leuk wonen is.

Bij Starbucks halen we onze gewoonlijke lattes en bij McDonald’s een dit keer werkelijk heel verse egg mcmuffin en dan beginnen we aan de rit naar Duluth.

Het landschap hier is nogal vlak met heel wat meren. Niet voor niets heeft Minnesota de bijnaam “Land of 10.000 lakes”. De begroeiing is heel anders, dan in ons gebied, vooral heel veel berken en dennebomen.

Halverwege neem ik het rijden van Rick over, die heeft tot nu toe al die mijlen gereden en heeft wel even zin om gewoon passagier te zijn. Na zo’n twee uur rijden komen we op de top van een heuvel en opeens strekt zich daar de stad Duluth en het Grote Meer voor ons uit. Een spectaculair gezicht is het! Jammer, dat ik achter het stuur zit en onze voorruit begraafplaats voor een half miljoen van de biljoenen insekten hier is, anders had ik een paar foto’s genomen.

Nu zijn Rick en ik bij alle grote meren geweest, een leuk feitje voor de annalen. Duluth ziet er erg industrieel uit. Het is, zo zegt een van onze gidsboeken, misschien wel de grootste binnenlandse haven zo ver van zee verwijderd. Er wordt vooral veel ijzer verscheept, want net ten westen van de stad wordt ijzer gemijnd.

We rijden door Duluth heen en beginnen aan de North Shore Scenic Drive. Omdat we dezelfde weg weer terug zullen rijden besluiten we eerst naar het noordelijkste punt, dat we kunnen halen te gaan. De hele weg leidt naar Thunder Bay in Ontario, Canada, maar dat is voor ons veel te ver op een dag.

Wij kiezen Tofte als eindpunt op deze weg. Hier komen we rond lunchtijd aan en vinden er de Blue Fin Grille, een gezellig restaurantje aan het water. Alles doet hier erg Scandinavisch aan en ook de namen, die we zien zijn Noors, Deens, Zweeds of Fins. Zelfs de mensen zien er nog Scandinavisch uit.

Zoals zo vaak hier in de Verenigde Staten sta ik er versteld van hoe bepaalde groepen pioniers (hier in Minnesota “voyageurs” genoemd) zich gevestigd hebben in een landschap, dat zo erg op dat van “thuis” lijkt. Je zou de kliffen langs de kust hier goed met de Noorse fjorden kunnen vergelijken en het klimaat ook. Gingen ze hier bewust naar op zoek, toen ze aan de oostkust landden? Toeval kan het toch niet zijn.

We zijn dus niet verrast als Gjetost kaas deel uitmaakt van het menu. We bestellen de plaatselijke specialiteit: gerookte Bluefin met Gjetost op crackers. Ik ben geen grote Gjetost fan, maar zo smaakt het wel lekker. Al etend hebben we uitzicht op een strandje aan het meer, waar een familie aan het kanoen is.

Op de terugweg hebben we een aantal stops ingepland, want er is langs de kust van alles moois te bekijken. Als eerste stoppen we bij Tettegouche State Park. Hier moeten mooie watervallen te zien zijn.

Bij het kantoortje kopen we voor $7 een State Parks dagpas en gaan dan op zoek naar de watervallen. Er blijken er twee te zijn, Two Steps Falls en High Falls. Die laatste is officieel de hoogste in de staat Minnesota, verder naar het noorden is er wel een hogere, maar die ligt eigenlijk al op Canadees grondgebied.

Aan het begin van het pad staat, dat de hoge waterval 0,7 mijl verderop is. Dat is wel even te doen, denken we. We lopen een heel end de heuvel op en voor mijn gevoel zijn we allang meer dan halverwege, als we weer een bordje tegenkomen, nu is het nog een halve mijl!

Het bos is erg mooi en weer vind ik het leuk de verschillen met thuis te zien. Er groeien wilde bosbessen, jammer genoeg nog niet helemaal rijp en de eekhoorntjes hier zijn rood en niet grijs.

Als we bij een splitsing aankomen kiezen we ervoor om eerst naar Two Step Falls te gaan. Dit blijkt een mooie waterval te zijn. Niet spectaculair hoog, maar het water komt in een waaier naar beneden.


Een deel van Two Step Falls

Verderop zien we High Falls, maar alleen van bovenaf. Om hem van beneden te bekijken zouden we nog een flinke klim moeten maken en wegens tijdgebrek doen we dat maar niet.

Al met al heeft deze 0,7 mijl wandeling meer dan een uur geduurd en we schrappen wat in de boeken wordt geroemd als een van de mooiste uitkijkpunten over Lake Superior van ons programma. Dat zou weer een fikse wandeling zijn, waarvoor de tijd ontbreekt, en we hebben zo langs de weg ook prima uitkijkpunten.

Bij het Split Rock Lighthouse kopen we een ticket om de vuurtoren te bekijken. Deze is bovenop een klif gebouwd, nadat door een storm in 1905 een aantal schepen hier vergingen.


De van gele bakstenen gebouwde vuurtoren is prima onderhouden en we mogen naar boven om het licht te zien ronddraaien. Ook het huis van de wachter is helemaal gerestaureerd en ingericht, zoals het er in het begin van de twintigste eeuw moet hebben uitgezien. Vrijwilligers in klederdracht vertellen over de geschiedenis van de vuurtoren.

Als we alles bekeken hebben wil ik kijken of we de vuurtoren ook van beneden aan het meer kunnen fotograferen. We lopen een pad af en daar blijkt een houten trap helemaal naar het meer te zijn gebouwd.

Rick wil niet zo ver naar beneden, dus ga ik maar alleen. Vanaf de rotsen heb ik goed uitzicht op de vuurtoren. Als ik omkijk zie ik een heel kleine chipmunk een soort denneappel eten, dus ik neem hem ook maar gelijk op de foto.


En dan kan ik de verleiding niet weerstaan om de watertemperatuur te gaan voelen. Nu begrijp ik ook meteen, waarom de kinderen, die we eerder zagen, niet zwommen. Brrr!!! Het is ijskoud! Bovenaan de trap wacht Rick geduldig. Ik heb mijn oefening voor vandaag wel gehad!

Onze volgende en laatste stop voor vandaag is nog een vuurtoren. Dit keer degene in Two Harbors. We lopen hier een lange pier af, waar een klein onbewoond vuurtorentje staat. Daar zien we ook hoe een van de enorme vrachtschepen wordt geloodst. Vroeger was Two Harbors een grotere en belangrijkere haven, dan Duluth, nu moeilijk voor te stellen.


De grote vuurtoren hier is nu een bed and breakfast, maar we mogen, tegen betaling, wel een kijkje nemen. Deze vuurtoren is de oudste in Minnesota en is rood geschilderd. Van binnen ziet hij er weer heel anders uit, dan die op Split Point Rock. De toren is bijvoorbeeld veel hoger, zodat hij boven de bomen uit zichtbaar is. Ik heb iets met vuurtorens, dus ik vind dit ook weer reuze interessant.


Via de expressway rijden we terug naar Duluth, waar we inchecken bij de Holiday Inn en ons opfrissen voor we op zoek gaan naar een restaurant. We willen graag of iets aan het meer of iets met zicht op de haven. Veel keus is er niet, maar uiteindelijk vinden we een ronddraaiend restaurant "Top of the Harbor" in het Radisson hotel.

Van hieruit hebben we uitzicht over de haven en we zien een mooie zonsondergang. Het eten smaakt lekker, vooral de gerookte forel, die de specialiteit is in dit gebied. Ook de prijzen vallen alles mee, meestal zijn die in een ronddraaiend restaurant veel hoger.

Moe van alle indrukken van vandaag en het vele klimmen internetten we nog wat op de kamer en dan gaan de lichten uit, morgen weer vroeg op!

Sunday, August 20, 2006

De Twin Cities

Vandaag zijn Rick en ik 18 jaar getrouwd en wat een heerlijke jaren zijn het geweest! Hopelijk komen er nog dubbel zoveel en meer bij! Om dit heuglijke feit te vieren trakteren we onszelf op een ontbijt op bed. Het smaakt heerlijk, mijn gepocheerde eieren zijn precies goed gekookt en ook de ham is lekker.

Om mijn spieren los te maken en de stad te verkennen besluiten we een fikse wandeling te gaan maken. Minneapolis is een ontzettend wandelbare stad en we zetten als eerste koers naar de Sculpture Garden. Hier staat een heel leuke fontein in de vorm van een enorme rode kers op een lepel. Hij is gemaakt door Claes Oldenburg, een Zweedse Amerikaan, en zijn Nederlandse vrouw, Coosje van Bruggen. Helaas is het licht in de richting van de wolkenkrabbers niet optimaal, maar we kunnen toch een heel aantal foto’s maken.


Door de gezellige binnenstad lopen we terug, langs Nicollet Mall en eigenlijk met de oude stenen brug als doel. Die blijkt toch wel wat ver te zijn en we hebben een vol programma, waarin alles kwa tijd precies past.

We besluiten naar de oude stenen brug te rijden. Die blijkt een heel mooie brug te zijn met een wandel- en fietspad eroverheen. Aan weerszijden zijn oude meelfabrieken van Pillsbury en Gold Medal Flour te zien. Die florisseerden hier, omdat ze kracht putten uit de St. Anthony watervallen in de Mississippi, waar de rivier het grootste hoogteverschil van zijn meer dan 2000 mijl lengte heeft.




Tegenwoordig zijn de watervallen door de mensheid helemaal verlegd en is er scheepvaart mogelijk. Toch blijft het een mooi gezicht en heel grappig voor ons om weer aan de Mississippi te staan. We hebben deze machtige rivier ook veel zuidelijker gezien, in St. Louis, en nog zuidelijker in New Orleans.

Na de brug over gelopen te zijn en alle geschiedenis plakkaten erover gelezen te hebben lopen we terug naar de auto. Via de campus van University of Minnesota, die erg mooi is en waar we vooral de fraternity huizen (zoals van Alpha Tau Omega, voor mij zijn de fraternities en sororities nog steeds iets mysterieus) bewonderen, rijden we richting Mall of America.


Wat een gigantisch winkelcentrum is dat! En je moet op iedere verdieping rondjes lopen, want in het midden staan allemaal achtbanen en kermisattracties! Wij zijn heus wel wat gewend, want Tysons Corner is ook een van de grootste malls in het land, maar dat is nog niet half zo groot als deze!

We winkelen wat, kopen een kookboek bij Barnes and Noble voor de slow cooker, die we aan Lauren en Dan als huwelijkscadeau zullen geven en ik koop er voor ons ook gelijk eens, want er staan heel wat lekkere en makkelijke recepten in.

Bij een van de souvenirwinkels vinden we grappige t-shirts voor de kinderen en bij Macy’s eindelijk een leuk horloge voor mij.

Dan is het lunchtijd en we kiezen Kokomo’s Island Cafe van de lijst met thema restaurants. Dat blijkt een goede keuze. Het is er vrolijk Caribisch ingericht, de bediening is ontzettend vriendelijk en het eten wordt snel gebracht en smaakt heerlijk.

Het is perfect weer buiten en we hebben geen zin om meer tijd binnen in een drukke mall door te brengen. We hebben voor 17 uur tickets voor het Science Museum in St. Paul en we willen ook die stad nog een beetje bekijken.

Onderweg bel ik Benno Groeneveld, die ook op het Alles Amerika forum schrijft, maar het lukt niet om iets af te spreken. We hebben ook maar zo ontzettend weinig tijd! Toch is het leuk om de stem achter de schrijfsels te horen. Volgende keer beter, want dat we ook met de kinderen hier eens naar toe willen gaan staat voor mij vast.

Ondanks het feit, dat er bij het Minnesota State Capitool een grote bijeenkomst is van lopers voor de Susan G. Koomen 3-Day Walk vinden we vlakbij een parkeerplaats. Het Capitool is van buiten een schitterend gebouw. Vrijwel letterlijk, want er staan goudkleurige beelden op.

Tot onze verbazing kunnen we er zo binnenlopen, dat zijn we in Washington met al zijn veiligheidsmaatregelen helemaal niet gewend! Binnen vallen onze monden open, wat een indrukwekkend gebouw! Het doet mij aan een mix van het Capitool in Washington en de Library of Congres denken. Er staan marmeren kolommen, de koepel is van binnen kobaltblauw, overal hangen mooie schilderijen.

Boven kunnen we in de rechtszaal van het Minnesota Supreme Court, de House Chamber en de Senate Chamber kijken, allemaal even mooi. Alles is even indrukwekkend en prachtig. Ik ben dol op de architectuur van de 19e eeuw, waar ieder detail zo precies is uitgedacht.






Hierna rijden we naar de St. Paul Cathedraal. Ook hier lopen we binnen en zijn onder de indruk van de kunst, die in dit gebouw te zien is. Heel veel glas in lood ramen en marmeren beelden van heiligen. Ook het altaar is meer dan mooi te noemen. Onvoorstelbaar, dat de architect dit gebouw in slechts een jaar heeft ontworpen!

Het is inmiddels tijd om ons naar het Science Museum te begeven. Als eerste gaan we de film “The Human Body” kijken op een scherm, dat groter is dan een IMAX scherm! De vijfenveertig minuten durende film volgt een zwangere vrouw, haar man en twee kinderen op wie ze passen voor een dag uit hun leven.

Telkens krijg je te zien, wat er in verschillende situaties met hun lichaam gebeurd. Het is een leerzame film, zeker voor kinderen. Het enige nieuwe, dat ik leer, is dat babies tot ongeveer zes maanden onder water automatisch hun adem inhouden en zwembewegingen maken. Hier had ik wel over gehoord, maar dat het feitelijk ook zo is, wist ik niet.

Als de film klaar is moeten we drie kwartier wachten, tot we de Body Worlds tentoonstelling in mogen. We kijken wat rond bij de gewone museum tentoonstellingen en drinken een latte van Caribou Coffee.

En dan gaat het gebeuren. Gek genoeg voel ik me een beetje zenuwachtig, als we de Body Worlds zaal in lopen. Hoe zal het zijn om echte mensen zo tentoongesteld te zien staan?

Het begint “makkelijk”, er liggen een aantal botten en je ziet doorsnedes van iemand. Dat laatste lijkt absoluut niet meer op de mens, die het ooit geweest is, dus dat doet me niet veel.

Maar dan zien we de hele lichamen (van voornamelijk mannen, pas aan het eind staan een paar vrouwen), waarvan alle spieren en zenuwen te zien zijn. We zien een gezonde long en een rokerslong en dan valt het me op, dat de meeste tentoongestelde mensen rokers waren. Slechts bij twee ervan zijn de longen niet zwart, voor zover ik kan zien.

We zien een basketbalspeler en een danser, een “gezin”, waarvan we precies alle aders kunnen zien, een gymnast aan de ringen en een vrouwelijke gymnaste en een schaatsend paar, waarbij de man de vrouw optilt. Verder is er een uitgerekt lichaam, zowel een in de lengte als een in de breedte. En een lichaam, dat van opzij in vier stukken is gesneden.

In het begin gaat het wel, ik probeer er met wetenschappelijke ogen naar te kijken en ook echt te leren, hoe de verschillende spieren en zenuwen met elkaar verbonden zijn en eruit zien. Maar naarmate de tentoonstelling vordert voel ik langzaam mijn maag wat minder happy worden.

Het idee, dat dit lachende, spelende, liefhebbende mensen waren en dat ze nu jarenlang zo rondreizen en tentoongesteld worden, vind ik eigenlijk zo luguber en ik kan me niet aan een zekere walging onttrekken. Zouden deze mensen echt geweten hebben, waar ze zich voor opgaven?

De rij voor de kamer, waarin een zwangere vrouwen en een aantal fetussen te zien zijn, is ellenlang en eerlijk gezegd voel ik mijn maag al genoeg, dat ik het wel zonder die beelden kan doen. Gelukkig voelt Rick dit hetzelfde en sterk onder de indruk gaan we terug naar de auto.

We zijn toch blij, dat we het gezien hebben, want natuurlijk is dit een heel unieke tentoonstelling. Maar we zullen het niet gauw vergeten en als hij ooit weer in Washington komt hoef ik geen tweede keer te gaan.

Gelukkig hebben we even tijd om bij te komen, voor we gaan eten, en we verkleden ons in het hotel en kijken even wat tv om de gedachten te verzetten. We hadden eigenlijk geen van beiden verwacht, dat die tentoonstelling zo ingrijpend zou zijn.

Keurig op tijd voor onze reservering komen we bij het Solera restaurant aan. Dit is een Spaans Tapas restaurant en zodra we er binnenlopen weten we, dat we een goede keus hebben gemaakt. De ambiance is modern en erg gezellig en we krijgen een “booth” (ingebouwde bankjes) voor twee, heel intien.

Ook het menu stelt niet teleur, helaas zijn onze magen niet groot genoeg, anders zou ik veel meer, dan de acht verschillende tapas, die we delen, hebben besteld. We tafelen lekker lang en proberen verschillende sherries uit. We hebben nog net ruimte voor het dessert. De creme fraiche cheescake met perziksorbet en verse perzik is om je vingers bij af te likken!

Door de zwoele avond lopen we terug naar ons hotel. Morgenochtend vroeg willen we alweer op weg zijn, dus de lichten gaan vroeg uit. Wat een volle dag, weer, maar zo ontzettend leuk!

Saturday, August 19, 2006

Op naar Minnesota!

Al werd ons gisteravond door verscheidene medewerkers van Lake Express verzekerd, dat de veerboot vandaag weer in service is, besluiten we toch de wekker om half zes te laten afgaan. Gelukkig zegt het geautomatiseerde bericht, dat de boot op tijd om zes uur vanuit Milwaukee zal vertrekken, dus we draaien ons nog eens lekker om. Nu hoeven we die heel vroege rit naar Ludington tenminste niet te maken!


Om acht uur gaat de wekker weer en Rick belt naar de “Badger”, het veerboot bedrijf in Ludington. De medewerkster is oprecht teleurgesteld om te horen, dat Lake Express weer vaart. Lake Express is een vrij nieuwe veerboot, die waarschijnlijk heel wat klandizie van de Badger af heeft genomen.

Mickey D’s voorziet ons weer van ontbijt en lekkere sterke koffie en keurig op tijd komen we bij het de veerboot aan. Die komt net binnen varen en het afladen gaat vakkundig en snel. Voor we het weten mogen we aan boord.


Het gedeelte door het Muskegon Meer gaat heel langzaam en we vinden een plaatsje op het bovenste dek om goed uitzicht te hebben. In de verte zien we een klein motorbootje aankomen en als het dichterbij komt herkennen wij de roodharige jongen aan boord! Het zijn Katja, Kai en Ricks vader, die ons uit komen zwaaien.


Ze varen een heel eind met ons mee, tot in het kanaal naar het Michigan Meer toe. Op mijn vraag, waar Saskia is, roept Katja, dat die nog sliep. Hopelijk is ze niet al te boos als ze wakker wordt en merkt, dat ze dit boottochtje heeft gemist.

Na nog een aantal foto’s van de twee leuke rode vuurtorens en alle bootjes, die van het Michigan Meer afkomen te hebben genomen, gaan we een plaatsje binnen zoeken. Als de veerboot eenmaal in volle vaart gaat, word je van het dek afgeblazen.


De cabine is erg modern met blauwe stoelen en een uitklaptafeltje. We vinden een plaatsje bij het raam, al is er de komende paar uur niets dan water te zien. Tijdens deze tweeeneenhalf uur durende overtocht merk je pas, hoe enorm de Grote Meren zijn!

Keurig op tijd komen we in Milwaukee aan en de MIO GPS leidt ons vakkundig naar het huis van Ingrid en Ed. Ze wonen in een heel leuke, mooie buurt, met veel verschillende huizen. Ook hun huis is erg mooi, ik ben een beetje jaloers op de prachtige houten vloeren, die door Ed zelf gelegd blijken te zijn!

Na een rondleiding door hun huis gaan we samen lunchen. Ingrid weet een leuk restaurantje, de “Loaf and Jug”. Hier vul je op een menuutje in, wat je wilt hebben en dan wordt het terwijl je wacht klaargemaakt. Vooral hun pie’s zien er niet te versmaden uit en Rick en ik delen een stuk kersenpie. Het blijkt Ingrid en Ed’s traktatie te zijn, hartstikke lief!

Vorige keer, toen zij in mei bij ons waren, zijn we vergeten foto’s te nemen en dat moet nu goed gemaakt worden. Ingrid weet nog een schandpaal te staan en daar nemen we, tot grote hilariteit van omstanders, giechelend foto’s. Gelukkig zijn er geen rotte tomaten voorhanden!


Rick zou eens normaal doen, ha ha




Ingrid en ik hebben de slappe lach

Eigenlijk is dit bezoekje veel te kort, maar Rick en ik moeten nog helemaal naar Minneapolis, dat zo’n 325 mijl verderop ligt. We nemen hartelijk afscheid en met de komst van de ferry zal het hopelijk niet zo heel erg lang duren, voor we elkaar weer zien.

Wij zetten onze weg voort naar het westen. Het is hier een uur vroeger, dan in Michigan en dat uur kunnen we goed gebruiken! Het landschap hier in Wisconsin is vrij vlak en er staan allerlei (melk, dat kun je aan de blauwe silo’s zien) boerderijen. Wisconsin is natuurlijk “de” staat hier in de VS, waar kaas wordt gemaakt.

Na een uur of twee rijden komen we in een heel toeristisch gebied: de Wisconsin Dells. Overal zien we enorme resorts met binnen-waterparken. De kinderen zouden hier in de zevende hemel zijn! Denk Duinrell en dan twintigvoudig!

We besluiten even van de interstate af te gaan en door het stadje te rijden. Dat ziet er supertoeristisch, maar leuk uit, dus we besluiten als het enigszins lukt hier op de terug weg langer te stoppen.

Weer terug op de interstate verandert het landschap. Opeen zien we wit stenen kliffen, die zo maar in het landschap omhoog steken en de begroeiing wordt erg noordelijk met vrijwel alleen dennenbomen.


Aan de borden te zien zitten we in “cranberry country”, in het seizoen zouden we stoppen om er meer over te leren, maar we zitten nu buiten het seizoen. Een saaie rit is het in ieder geval niet!

Het weer wordt steeds beter en als we Minnesota binnenrijden is alle vochtigheid van bij het Michigan Meer verdwenen en schijnt de zon stralend. Rick heeft als goal alle “Welcome to ...” staatsborden te fotograferen en Minnesota heeft een mooie steen in de vorm van de staat.

Niet veel later rijden we Minneapolis in en het Marquette hotel is snel gevonden. Het is een Hilton hotel en heel modern. De kamer is Scandinavisch-achtig ingericht, met allemaal blank hout en grijs met witte moderne kleuren, heel on-Amerikaans! Alleen hadden ze de tegeltjes in de badkamer wel mogen schrobben, want die zijn helemaal zwart omrand!

Als we ons even hebben opgefrist fluit de taxi meneer voor het hotel een cab voor ons, Rick beloont hem voor deze moeilijke daad met een dollar tip. Hoewel ik helemaal voor het belonen van gedane diensten ben, vind ik deze tip de meest idiote, die er is uitgevonden. We kunnen zelf ook onze hand wel uitsteken om een taxi te roepen. Maar bij de betere hotels is dit een manier voor de valet parkeerders om een extra centje te verdienen. So be it.

Onderweg hebben we allerlei restaurants online bekeken en we hadden allebei zin in Japans. Er blijkt een heel goed restaurant te zijn, Origami en daar laten we ons dus afzetten. Het stelt allerminst teleur! We bestellen een heel stel bijzondere sushi rolls en het smaakt allemaal voortreffelijk.

De serveerster bestelt een taxi om ons terug te brengen en we vragen aan de chauffeur of hij een plekje weet om de skyline met de mooi verlichte brug te fotograferen. Hij rijdt de brug over en probeert wel iets te vinden, maar het lukt niet. Ik denk, dat we een stukje moeten rijden voor zo’n foto en daar hebben we de taxi kosten niet voor over.

In het hotel computeren we nog wat, maar zo meteen gaan de lichten uit, want we willen morgen veel doen hier!

PS: Ik heb de aanvragen voor een recept van de zalm "dip" (het is meer een spread) gelezen en als ik eraan denk, zal ik mijn schoonvader woensdag om het recept vragen. Hij zal in ieder geval zeer gevleid zijn, dat ik erover heb geschreven en dat er interesse in is!

Friday, August 18, 2006

Michigan's Adventure

Herhaalde malen word ik vannacht gewekt door de toeter van de goederen trein, die kennelijk om de zoveel uur voorbij rijd. Waarom die trein nu precies in een bewoond gebied midden in de nacht moet gaan toeteren is me een raadsel! Zo zijn er nog meer ongewone geluiden en geuren hier.

Muskegon is namelijk een nogal industrieel stadje en wij ruiken de grote papiermolen niet ver hier vandaan sterk. Dit alles is voor Rick nostalgisch, het doet hem aan zijn grootouders denken, die onder de rook van de papiermolen en net achter het spoor woonden. Ik vind het gewoon vervelend en vies. Zo zie je maar, wat de een heerlijk vindt...

Met onze kamer komt een ochtend gratis ontbijt. We gaan dus beneden van het buffet gebruik maken. Ik kan met volle eerlijkheid zeggen, dat ik nog nooit zo'n vreselijk slecht ontbijt in een restaurant heb gegeten! De eieren met kaas waren volgens mij al een week geleden gemaakt en iedere dag weer opgewarmd, zo uitgedroogd en onappetijtelijk zijn die! Ik hou het maar bij een onrijpe perzik, een bakje yoghurt en een mini maanzaad muffintje.

Bij Ricks vader staat Kai al klaar, want wij gaan hardlopen. Met de Garmin om kan ik Kai laten zien hoe ver een mijl is. Hij moet minimaal 2 mijl per dag lopen, namelijk. Vandaag gaan we er echter een 5 kilometer van maken.

Dat valt nog niet mee! Mijn been speelt op en we hebben geen water meegenomen, dom! Het is hier niet zo warm als bij ons, maar wel een stuk droger en we hebben echt dorst.

We wandelen een mijl van de drie, maar verder houden we er een goed tempo in. De andere omgeving met leuke huizen langs het meer en de verschillende natuur maakt het een leuke loop. Alleen doet mijn achillespees weer flink pijn, daar moet ik dus wat aan doen, want als dat chronisch wordt is het heel vervelend. Vierendertig minuten doen we erover, op zich niet slecht, maar mag ik een ander rechterbeen alstublieft?

Op het programma voor vandaag staat Michigan's Adventure. Rick en ik zijn hier nog nooit geweest, de kinderen wel herhaalde malen. Dit pretpark is het enige in Michigan met achtbanen e.d. en ligt zo ongeveer in mijn schoonvaders achtertuin.

Het is bewolkt, maar warm, als we er aan komen en gelukkig niet vreselijk druk. Het thema hier zijn de Peanuts karakters, waarvan we Snoopy en Charlie Brown meteen te zien krijgen.

We beginnen met de enorme houten achtbaan "Shivering Timbers". We hebben die al vanaf de parkeerplaats gezien en hij ziet er gigantisch uit. Hij staat dan ook op de 6e plaats van langste houten achtbanen ter wereld!

De rijen vallen alles mee, Saskia wacht met de tassen beneden en wij worden eindeloos door elkaar geschud. De heuvels op deze coaster zijn heel erg leuk, maar we komen er allemaal met hoofdpijn uit. Niet lekker, dus. Ik denk, dat we gewoon meer stalen achtbaan fans zijn. Maar toch is het leuk hem gedaan te hebben, voor mij was Shivering Timbers absoluut de langste rit in een achtbaan ooit!


In de verte de eindeloze (letterlijk!) Shivering Timbers

Hierna zijn we wel even toe aan wat rustiger vaarwater, dus we gaan met Saskia in een aantal kermis-achtige attracties. Vooral de vliegende schommels zijn leuk hier, want je wordt ook nog eens heen en weer gehutseld.

Inmiddels beginnen de magen te knorren en we besluiten bij de leuke diner iets te gaan bestellen. Dit blijkt een mindere keuze te zijn, want om onverklaarbare redenen worden de kassa's midden in de drukste lunchperiodes verwisseld, waardoor we meer dan een kwartier moeten wachten tot al het geld weer is uitgeteld!

Maar de hamburger smaakt erg lekker en ze hebben er diet Lipton Green Tea, wat veel goed maakt. Ricks vader loopt intussen rond, want die eet geen ontbijt of lunch, alleen avondeten. Hoe hij dat (al jaren!) volhoudt zal voor altijd een raadsel blijven.

De volgende attractie is de enige stalen achtbaan, die het park heeft, de Corkscrew. Katja en Rick en Dad en Kai gaan samen, dus ben ik alleen. Naast mij komt een vrouw van mijn leeftijd te zitten. We zijn het erover eens, dat dit ritje leuk, maar wel heel erg kort is! We hebben een half uur gewacht en zijn binnen de twee minuten klaar!

Het is vochtig warm buiten en de nieuwste attractie in dit park is "Grand Rapids". Hierbij komt je in een enorme band te zitten met zijn allen en gaat dan langs watervallen, waarin je door en door nat wordt. De kinderen zijn er helemaal aan toe om nat te worden en Rick heeft er ook wel oor naar. Ik vind het wat fris buiten en besluit deze uit te zitten. Dad heeft ook geen zin in nat worden, dus hij blijft bij mij.

Het duurt een tijdje, maar dan komen Rick en de kinderen langs. Ze worden inderdaad doorweekt en hebben het bij het naar buiten komen koud. Gelukkig hebben we baddoeken mee, dus kunnen ze zich goed afdrogen.


Lekker nat worden! (Mij niet gezien!)

Als laatste attractie gaan we in de Wolverine Wildcat, nog een houten achtbaan. Katja heeft hoofdpijn en besluit met Saskia een schijf watermeloen te gaan eten en deze rit uit te zitten.


De Wildcat van verre

Rick en ik zitten weer samen en eigenlijk vind ik dit ritje veel leuker, dan die lange, schuddende en pijnlijke Shivering Timbers. Het gaat mij toch om de lol en die heb ik veel meer op de Wildcat. De heuvel op, heuvel af route gaat lekker, het is het heen en weer geschud, dat ik niet leuk vind. Houten achtbanen kunnen plezierig zijn, al zijn ze niet mijn favoriet.

Thuis springt iedereen achter elkaar onder de douche. Gelukkig heeft Ricks vader een 50 gallon heet water tank, want met zes mensen gaat dat water gauw op!

In het hotel in Ohio zijn we Saskia's toiletspullen, inclusief beugel, vergeten, maar gelukkig is het gevonden en Rick krijgt een telefoontje, dat ze het met FedEx zullen sturen.

Ook plegen we verschillende telefoontjes over de veerboot van morgen. Die heeft namelijk de afgelopen vier dagen, inclusief vandaag, niet gevaren en wij vrezen voor morgen. Rick heeft voor de zekerheid een reservering op de veerboot vanuit Ludington naar Wisconsin gemaakt, maar daarvoor zouden we om half zes al moeten vertrekken. Er wordt ons door Lake Express verzekerd, dat ze morgen gaan, hopelijk is dat dus zo!

Ricks vader is een fervent sportvisser en vangt regelmatig enorme zalmen. Die rookt hij en maakt er een voortreffelijke dip van. Vanochtend heeft hij een verse bak gemaakt (ik heb gisteren de vorige soldaat gemaakt). Bij de borrel eten we dus versgemaakte zalmdip. Ik kan niet beschrijven hoe lekker dat is!

Dan komt Carol, de vriendin van Ricks vader, met twee grote bakken lasagna en een smakelijke salade. We eten alles buiten, met uitzicht op het Muskegon Meer schoon op. Het is hier zo mooi (maar ik zou er nooit willen wonen)!

Thursday, August 17, 2006

Aankomst in Michigan

Om acht uur word ik met schrik wakker! We hebben heerlijk geslapen, maar we moeten vandaag ook nog zo’n end, dus we wilden er eigenlijk om zeven uur al uit. Maar ja, een lekkere nachtrust is natuurlijk ook niet te versmaden.

Gelukkig zijn we inmiddels professionele reizigers en binnen het uur zitten we bepakt en bezakt in de auto. Iets verderop halen we ontbijt bij McDonald’s en een latte bij de Starbucks drive-thru.

Omdat we hier op nogal rustige wegen rijden, lijkt ons dit een prima oefening voor Katja. Er rijden heel veel 18-wielers en de snelheidslimiet voor vrachtwagens is 55 mijl per uur, terwijl die voor auto’s 65 is.

Dit betekent, dat ze goed kan oefenen met van baan verwisselen en rustig inhalen, zonder dat er meteen allerlei mensen op haar bumper zitten. Ze rijdt tot het einde van route 23 en een heel stuk op interstate 75 (voor degenen, die ons op de kaart volgen).

Die laatste is een en al vrachtwagen, die ook nog eens langs racen. Katja blijft netjes in de rechterbaan, want hier inhalen vinden we te riskant. In ieder geval kan ze weer een uur loggen. Inmiddels is ze ook opgegeven voor praktijklessen bij de rijschool, daar begint ze 4 oktober mee.

We schieten lekker op en bij een Wendy’s in de buurt van Ann Arbor, Michigan, eten we gauw lunch.

Rick wil Katja graag “zijn” school laten zien, dus we verlaten bij East-Lansing de interstate. Michigan State is een van de grootste universiteiten in het land en de campus is een hele stad! Al ver voor we bij de universiteit zijn zien we velden, die bij de universiteit horen. Er zijn hier veel agrarische studierichtingen.


Als eerste stoppen we bij Ricks vroegere dorm, East Holmes. Ik maak gauw even een foto, meer dan 25 jaar na zijn eerste schooldag hier. Dan nemen we de lift naar boven, naar “zijn” gang.


Daar is het een enorme rotzooi! Waarschijnlijk omdat de zomerstudenten aan het opruimen zijn en er nog niet is schoongemaakt voor de nieuwe lading van de herfst. Eerlijk gezegd vind ik het een deprimerend geheel, heel erg donker, oud en uitgeleefd.

Rick heeft er natuurlijk sentimentele herinneringen aan, maar ik zou er niet willen wonen. Een van de dormkamers staat open en is leeg, dus we nemen een kijkje. Rick vertelt, dat ze er nog precies zo uitzien, als toen hij hier woonde.

De inrichting is zeer spaarzaam. Er staan twee hoogslapers met onder de ene een zit/slaapbank en onder de andere twee simpele bureaus. Verder staan er nog twee blauwe zitstoelen. Ieder krijgt ook een eigen ingebouwde kledingkast. De badkamer (ook heel summier) zit tussen twee kamers in en wordt door vier mensen gedeeld. Met eigen spulletjes kan het natuurlijk heel gezellig gemaakt worden.



Dan rijden we wat rond op de campus. Er staan allerlei oude gebouwen (de universiteit dateert van het midden van de 19e eeuw en de meeste gebouwen zijn nog van die tijd), met voorop de studierichting, die er wordt onderwezen, zoals Entomology, Forestry, etc.


We rijden langs de (heel moderne) bibliotheek, waar het water in de fonteinen groen spuit (groen en wit zijn de schoolkleuren) en langs “Sparty”, een standbeeld van een Spartaan (de school mascotte). Rick vertelt, dat die regelmatig onthoofd wordt of meegenomen wordt door rivaal studenten. Dat fascineert vooral Saskia.


De sportcomplexen zien er erg modern uit. Vooral het voetbal stadion is duidelijk vernieuwd. Al met al is het zeer interessant om deze enorme universiteit eens van wat naderbij te bekijken!

Op een kleine file na gaat de weg naar North Muskegon verder vlekkeloos. Op een paar mijl afstand wisselt Katja weer met Rick en zij rijdt naar het huis van haar grootvader. Die wacht ons al op op zijn afrit met Rascal, de Bichon Frise, die nog bijna onder onze wielen rent.

Mijn schoonvader heeft een leuk huis aan het Muskegon meer. Vanuit zijn woonkamer zie je over het hele meer uit. De kinderen kiezen een slaapkamer en brengen hun spullen naar binnen. Dan kletsen we bij, we hebben elkaar meer dan een jaar niet gezien, dus er is heel wat te vertellen.

De vriendin van mijn schoonvader komt ook en we bestellen eten van het enige lokale restaurant, de Bear Lake Tavern. Ik bestel gegrillde Walleye. Met de beste wil van de wereld weet ik niet wat die vis in het Nederlands heet, maar het smaakt in ieder geval prima.

Na nog een paar uur nagekletst te hebben is het tijd voor de kinderen om naar bed te gaan en voor Rick en mij om naar ons hotel te vertrekken. We bemerken tot onze schrik, dat we Saskia’s toiletspullen, inclusief beugel, in onze haast in Columbus hebben achter gelaten. Rick laat een berichtje bij het hotel achter, hopelijk is het er nog!

Saskia vindt het wat moeilijk aarden in deze onbekende slaapkamer. Kai en Katja hebben al alleen bij Grandpa gelogeerd, maar zij wil liever niet alleen slapen. Gewoonlijk heeft ze geen last van heimwee, dus we gaan het gewoon proberen, ze weet, dat als ze echt niet meer kan, Kai in de kamer naast haar te vinden is.

Rick en ik rijden naar ons hotel, het Holiday Inn hotel. We krijgen een lekkere ruime kamer met king size bed, de komende zes nachten zijn we zonder kinderen! Wat een luxe! (Laat niemand nu denken, dat ik niet dol ben op onze kinderen, ik mis ze stante pede, maar deze vrijheid is ook even heel lekker!)

Wednesday, August 16, 2006

Op weg naar Michigan

Na een drukke ochtend van pakken, Brynna naar de kennel brengen en een jacht op Ricks favoriete Diet Mountain Dew, dat opeens overal uitverkocht blijkt, trekken we rond half twee de voordeur achter ons dicht. Rick moet het uiteindelijk maar met Pepsi’s nieuwe drankje “Jazz” doen (diet Pepsi met aardbeien/room smaak, veel te zoet en kunstmatig voor mij!).

Gelukkig is het op dit vroege uur nog niet druk op de wegen en we rijden zonder moeite Maryland in. Opeens komen we in een file terecht, die lijkt door te gaan tot zover we kunnen zien. Er blijkt een auto in brand te staan, we zien de zwarte vlammen een eind verderop.

Als we er een half uur later langs rijden ruiken we het nog en de auto, die net wordt weggesleept, is een zwart geblakerd geheel! Hopelijk zijn de inzittenden niet gewond!

Dan zet de weg zich voort door het glooiende Maryland landschap en niet veel later rijden we West Virginia binnen. De weg, die we nemen, Interstate 68, heet “National Highway” en is hier een “Scenic Byway”, helemaal terecht, want het uitzicht is prachtig!

Als we Pennsylvania binnenrijden (inmiddels op de veel drukkere Interstate 70) heeft iedereen honger en we gaan op zoek naar een restaurant. Het is hier nogal niemandsland, dus het duurt helemaal tot Washington (Pennsylvania) voor we er een vinden.

Het blijkt hetzelfde Texas Roadhouse te zijn, als waar we twee jaar geleden ook gestopt zijn. Het leuke van deze restaurant keten, vind ik, is dat overal flinke bakken met ongepelde pinda’s staan. Daar mag je terwijl je op een tafeltje of op je eten wacht van eten en de schillen worden gewoon op de grond gegooid.

Het eten is er bovendien erg goed en de bediening snel, belangrijk, als je nog een end verder moet rijden. Mijn drie filet mignon medaillons zijn perfect “rare” gegrilld en de verse groenten bij het eten zijn nu eens niet zucchini en worteltjes, maar broccoli en bloemkool.

We willen vanavond Columbus, Ohio halen en als we weer in de auto zitten bel ik de Homewood Suites daar. Hier hebben we ook al eerder gelogeerd, wat toen erg goed is bevallen. Ze hebben nog een suite over, weliswaar een, waar roken is toegestaan, maar ze zegt, dat het er niet erg ruikt.

Iedere keer als we zo’n rit door het land maken, leer ik weer nieuwe dingen. Zo rijden we langs Zanesville, Ohio. Niets bijzonders, zul je zeggen, maar het is de geboorteplaats van Zane Grey. Rick is helemaal enthousiast. Huh? Ik heb nog nooit van die man gehoord! En dan vertelt hij, dat het de favoriete schrijver van Ricks grootvader was, die bekend is om zijn Western boeken. En ik maar denken, dat Ohio zo’n saaie staat is!

Ondertussen zien we een prachtige zonsondergang en net als het te donker wordt voor mij om te lezen lukt het me het internet aan de praat te krijgen.


Deze ellenlange ritten zijn funest voor mijn spieren. Ik heb zoveel pijn, dat ik niet meer weet hoe te zitten. Ik rol maar wat met de hiervoor meegebrachte tennisbal over mijn rugspieren en dat geeft wel wat verlichting. Ik ben dus dolblij als we net na tienen de parkeerplaats van het hotel op rijden.

We hebben er 430 mijlen opzitten, morgen nog 345 te gaan. We krijgen een fijne grote suite toegewezen, met een fan aan het plafond en al gauw is alles in diepe rust.